November 2022
Ik gebruik ze heel vaak tijdens mijn training: Flashcards. Voor beelddenkers is het heel fijn om woorden of sommen te zien om ze te kunnen opslaan. En door zelf flashcards te maken en daarna hiermee te oefenen, zullen de woorden of sommen snel in het hoofd komen te staan.
Wat is een Flashcard?
Wikipedia zegt: ‘Een flashkaart, geheugenkaart of flitskaart (Engels: flashcard) is een kaartje met op de ene zijde een vraag of aanwijzing en op de andere zijde het antwoord.’
Een flashcard wordt dus gebruikt om iets te leren. Dat kunnen woordjes zijn, de betekenis van Nederlandse woorden of vertalingen vanuit het Engels, Frans of Duits bijvoorbeeld. Je kunt er ook sommen mee oefenen, zoals de tafels of procenten met breuken. Of je kunt er topografie of geschiedenis mee leren, zoals de provincies met hoofdsteden of jaartallen met hun gebeurtenissen. Kortom heel breed inzetbaar!
Hoe werkt het?
1. Allereerst maak je zelf de flashcards. Door deze zelf te schrijven maak je meer verbindingen in je hersenen en onthoud je het beter. Zorg dat je goed afkijkt, zodat je geen fouten maakt in de antwoorden en ook niet in de spelling. Anders leer je het verkeerd.
2. Daarna ga je leren. Je leest de voorkant en bedenkt het antwoord. Deze check je daarna. Heb je het goed dan leg je het kaartje rechts van je. Heb je het niet goed of moest je te lang nadenken, dan leg je het kaartje links. Herhaal alle linker kaartjes tot je ze kent.
3. De volgende 2 (of 3) dagen herhaal je de stapel die je links hebt gelegd. Weet je ze nu wel dan leg je ze rechts, weet je ze nog niet dan gaan ze weer naar links. Als het goed is wordt de linker stapel steeds kleiner en de rechter stapel steeds groter! Herhaal de rechterstapel nog wel om te kijken of je deze echt al goed weet.
Wil je het nog beeldender maken, dan kun je ook een tekening erbij maken, als je bijvoorbeeld dieren in het Engels moet leren of de provincie en hoofdstad.
Voordelen van flashcards
Het leren met flashcards heeft veel voordelen.
Ten eerste is het heel effectief. Omdat je niet alleen leest, maar ook echt actief bezig bent met opschrijven en de kaartjes naar rechts/links te leggen, onthoud je de stof veel beter. Door alleen de stof te lezen, activeer je je hersenen niet. Ze hoeven niet echt mee te doen. Hoe vaak heb jij niet dat je een boek aan het lezen bent en onderaan de bladzijde bent en denkt… ‘Wat heb ik nu gelezen?‘. Door te schrijven, moet je je hersenen ‘aan’ zetten.
Met flashcards herhaal je veel en dat is nodig om de stof te kunnen onthouden.
Daarnaast is het ook motiverend, omdat je de stapel met goede antwoorden ziet groeien. Dat maakt het leren leuk!
Het is makkelijk om jezelf te overhoren. Wanneer je je hand legt op het antwoord in het rijtje in je boek, ga je toch te snel spieken. Dan blijft het ook steeds in dezelfde volgorde en heb je minder goed overzicht wat je al weet en wat je nog moet oefenen.
Tips
- Wees eerlijk naar jezelf. Leg geen kaartjes rechts neer die je niet kent zodat je ervan af bent.
- Gebruik kleurtjes om het nog beter te kunnen onthouden. Je kunt de vragen een bepaalde kleur geven en de antwoorden een andere kleur. Of je kunt voor elk vakgebied of voor elke tafel een andere kleur gebruiken.
- Begin op tijd met leren. Je kunt een paar rijtjes woorden niet in 1x onthouden.
- Je kunt voor je begint met kaartjes maken, eerst de stof doornemen. Wat je al weet hoef je niet op de kaartjes te zetten.
- Het lijkt veel werk om de kaartjes te maken, maar weet dat het maken al meer dan de helft van het leren oplevert! Je kunt het ook makkelijk er nog eens bij pakken om te herhalen. En als je op de middelbare school zit en je hebt een SO (een kleine toets), dan krijg je ook nog een repetitie (grote toets over het hele hoofdstuk) en dan kun je alle kaartjes er weer bij pakken, maar heb je al die losse stukken al goed geleerd!
Bewegend leren met flashcards
Wil er erbij bewegen. Leg dan de kaartjes niet rechts of links direct naast je neer, maar leg ze een paar meter verder weg rechts en links en ga steeds weer in het midden staan bij een nieuw kaartje. Je kunt gewoon lopen of je verzint steeds een nieuwe beweging. Je kunt bijvoorbeeld springend naar rechts en hinkelend naar links.
Flashcards zelf maken of kopen
Je kunt ze zelf maken door te knippen. Ze kunnen vierkant of rechthoekig zijn, dat maakt niet zoveel uit. Het is fijn als de kaartjes wat steviger zijn.
Wil je het eens uitproberen dan heb je vast wel zo’n memoblok thuis staan? Met witte of gekleurde blaadjes? Die kun je ook gebruiken. Je kunt dan per vakgebied of tafel een ander kleur blaadje of potlood nemen.
Je kunt ook flashcards kopen. Ik vind de flashcards van Confetti Campus (voorheen flashcardsbestellen.nl) bijvoorbeeld erg fijn.
Online flashcards
Er zijn ook veel sites te vinden om online met flashcards te oefenen. Vaak staan er dan al flashcards klaar met de bijv. de Franse woordjes van jouw boeken. Hier kun je ook goed mee oefenen, maar je mist het belangrijkste: het zelf (over)schrijven. Type de kaartjes dan in ieder geval zelf. Bekijk of het voor jou genoeg is om het op de computer te oefenen of het toch zelf op papier te maken.
Je kunt bijvoorbeeld op Quizlet online oefenen met flashcards. Ook de site ikleeralles.nl of WRTS of Wozzol zijn sites waarmee je kan oefenen met online flashcards.
Hoe kun jij de flashcards binnenkort gaan inzetten (met je kind)?